Het nieuwe woonzorgcentrum Ter Potterie zal het vorige centrum vervangen dat dateerde uit de jaren zeventig en niet meer voldeed aan de huidige normen inzake (brand-)veiligheid, isolatie en energieverbruik.
Het gebouw bestaat uit 4 bouwlagen, nl. een ondergrondse garage, een gelijkvloers met administratief gedeelte, keukenafdeling en kamers, een eerste verdieping met enkel kamers en bijhorende facilitaire ruimtes en een 2de verdieping met kamers en tenslotte zolderruimtes die dienst doen als technische ruimtes.
Na de zomer van 2012 werd gestart met de grondwerken.
Op 27 maart 2013 werd door de OCMW-voorzitter Dirk De fauw “de eerste baksteenwand” geplaatst.
Tijdens zijn speech verklaarde hij de aanpak van de technische dienst “Er werd grondig nagedacht over hoe we het geheel van dit nieuwe woonzorgcentrum nog beter kunnen afstemmen op de wensen en noden van de eindgebruikers. Zo volgt het studiebureau van onze technische dienst nauwgezet alle nieuwe technologieën, mogelijkheden en evoluties in de sector op waarbij de doeltreffendheid, haalbaarheid en betaalbaarheid wordt gescreend. Dit moet er voor zorgen dat het gebouw niet meteen verouderd is wanneer het klaar is.”
Om dit gestalte te geven werd voor het technisch gedeelte het studiebureau Boydens onder de arm genomen.
Projectleider Ing. Hanne Ledure van het studiebureau licht in grote lijnen de werking toe:
“Eind dit jaar zal voor de geothermie een BEO-veld worden aangelegd in de aanpalende tuin achter het gebouw. Het BEO-veld zal bestaan uit 75 verticale grondsondes met een diepte van 90m.De warmte/koelte afkomstig van de boringen wordt ofwel via de warmtepompen (verwarming) doorgegeven aan het verbruikersnet ofwel via een warmtewisselaar (koeling). Via de warmtewisselaar wordt het principe van free-cooling toegepast. Parallel op deze warmtewisselaar staat de koelmachine als back-up voor het zomercomfort. Het warmte-afgiftesysteem bestaat uit betonkernactivering op de verdiepingen en vloerverwarming op gelijkvloers.Radiatoren en sanitair warmwater zijn aangesloten op een stookplaats die eveneens als back-up kan dienen.”
Door het concept, de uitgebreide monitoring die voorzien wordt en de interesse van zowel het studiebureau Boydens als het OCMW Brugge, ligt het project in het vizier ligt van Smart Geotherm. Tijdens het project worden immers een tweetal projecten van dichtbij gevolgd om een aantal nieuwe ontwikkelingen te staven met concrete metingen.
Het geheel zou bewoonbaar moeten zijn vanaf de tweede helft van 2014.
No comments yet.